De Opiumwet maakt een onderscheid tussen harddrugs en softdrugs. De middelen op lijst I zijn gevaarlijker dan de middelen die op lijst II staan vermeld. Lijst I behandelt de ‘hard drugs’ en middelen uit lijst II zijn de zogenaamde ‘soft drugs’. De Opiumwet stelt het gebruiken van drugs niet strafbaar. Maar om overlast te voorkomen kunnen gemeenten in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) opnemen dat drugsgebruik in aangewezen gebieden wel strafbaar is. Het in bezit hebben van softdrugs en harddrugs is wel strafbaar. Voor uw straf is dit onderscheid wel van belang, net als de hoeveelheid welke u in bezit had. Voor het bezit van harddrugs kunnen forse straffen worden opgelegd. Het bezit van softdrugs, zoals wiet of hasj, wordt voor meerderjarigen tot 5 gram gedoogd. De opgelegde straffen voor drugsbezit kunnen sterk uiteen lopen. De hoeveelheid, de omstandigheden waaronder de drugs zijn aangetroffen en bijvoorbeeld de persoon van de verdachten kunnen hier een rol spelen. Met behulp van uw strafrechtspecialist kan uw verweer worden vormgegeven en een veroordeling of een te hoge straf worden voorkomen.

Terug